Vluchten betekenis

Vluchten 1) Benen maken 2) De aftocht blazen 3) De benen nemen 4) De dans ontspringen 5) De hielen lichten 6) De kuierlatten nemen 7) De plaat poetsen 8) De spat nemen 9) De wijk nemen 10) Ervandoor gaan 11) Fluiten gaan 12) Hem piepen 13) Hem smeren 14) Het hazenpad kiezen 15) Iets ontlopen 16) Lopen 17) Ontglippen. vlucht (de; v(m)) 1 het vluchten: vlucht naar voren het zoeken van een uitweg uit een moeilijke situatie door roekeloos of agressief te handelen; op de vlucht gaan, slaan 2 (meervoud: vluchten) het vliegen: een vlucht over de oceaan; een hoge vlucht nemen tot bloeiende ontwikkeling komen 3 (meervoud: vluchten) troep (samenvliegende) vogels: een.
    Vluchten betekenis vluchten. ergatief trachten te ontkomen aan dreigend gevaar. De dieven vluchtten toen zij de politie de winkel binnen zagen komen.; Halverwege de oorlog deserteerden er iedere maand meer dan vijfduizend soldaten; sommige bleven gewoon ergens hangen tijdens de oneindig lange marsroutes, andere vluchtten zodra het vuur werd geopend.
vluchten betekenis

Ontsnappen

De hond wist aan zijn riem te ontsnappen en rende het park in alsof hij de vrijheid rook. The dog managed to escape from his leash and ran into the park as if he smelled freedom. Conjugation. ontsnappen - English translation of ontsnappen from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary.
Ontsnappen Translation for 'ontsnappen' in the free Dutch-English dictionary and many other English translations.
ontsnappen

Vlucht definitie

vlucht De manier van voortbeweging van vogels door de lucht. De belangrijkste aanpassing hiertoe is het vergroeien van de voorste ledematen tot vleugels, waarmee in de lucht een opwaartse beweging verkregen kan worden. ten Vervoegingen: vluchtte ( enkelv.) Vervoegingen: is gevlucht () weggaan omdat je ergens bang voor bent Voorbeelden: 'We zijn gevlucht voor de regenbui.', 'Tijdens de oorlog zijn ze gevlucht.'.
  • Vlucht definitie vlucht (de; v(m)) 1 het vluchten: vlucht naar voren het zoeken van een uitweg uit een moeilijke situatie door roekeloos of agressief te handelen; op de vlucht gaan, slaan 2 (meervoud: vluchten) het vliegen: een vlucht over de oceaan; een hoge vlucht nemen tot bloeiende ontwikkeling komen 3 (meervoud: vluchten) troep (samenvliegende) vogels: een.
  • vlucht definitie

    Ontkomen

    ko·men Vervoegingen: ontkwam () Vervoegingen: is ~ () vluchten en daardoor voorkomen dat er iets naars met je gebeurt Voorbeeld: 'De daders zijn ontkomen.'. Conjugation of ontkomen (strong class 4, irregular, prefixed) infinitive: ontkomen: past singular: ontkwam: past participle: ontkomen: infinitive: ontkomen: gerund: ontkomen n: present tense past tense; 1st person singular: ontkom: ontkwam: 2nd person sing. ontkomt, ontkom 2: ontkwam: 2nd person sing. ontkomt: ontkwam: 2nd person sing. ontkomt. Ontkomen Ontkomen translated from Dutch to English including synonyms, definitions, and related words.
    ontkomen

    Wegrennen betekenis

    Wat is een ander woord voor wegrennen? Andere woorden voor wegrennen zijn ontglippen, ontkomen, ontvluchten, vluchten, wegdraven, weghaasten, weghollen, wegijlen, wegkomen, weglopen, wegsnellen, wegspoeden, wegstuiven en zich vrijmaken. wegrennen - Werkwoord 1. ergatief zich snel te voet verwijderen ♢ Hij was snel weggerend toen hij zag dat er gevochten werd. Woordherkomst samenstelling van weg(bijwoord) en rennen.
      Wegrennen betekenis ren·nen Vervoegingen: rende weg ( enkelv.) Vervoegingen: is weggerend () van iets of iemand weg lopen Voorbeeld: 'heel hard wegrennen als er een agressieve hond achter je aan komt' Synoniem: weghollen Synoniemen: ontglippen ontkomen ontvluchten vluchten.
    wegrennen betekenis